Dekker: geen stimuleringsfonds voor lokale journalistiek

Staatssecretaris Dekker (Media) ziet niets in een extra stimuleringsfonds voor lokale media. Dit blijkt uit antwoorden op Kamervragen van de SP en DENK. Zij hadden vragen gesteld naar aanleiding van het toenemende aantal gemeenteraden die kampen met een dalende interesse van de lokale journalistiek. Zo huurt de gemeente Noordoostpolder bijvoorbeeld al een jaar zelf een journalist in die de raadsvergaderingen verslaat. Inmiddels zijn er nog meer initiatieven aan het ontstaan, zoals in Breda en Leiden, die de mogelijkheid onderzoeken om een stimuleringsfonds voor de lokale journalistiek op te zetten. De provincie Noord-Holland hield de boot af en nu lijkt ook Dekker geen brood te zien in de mogelijkheid voor een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek. Lees verder bij Villamedia 

De staatssecretaris schrijft "Een goede informatievoorziening over de lokale beleids- en besluitvorming en de prestaties van politici en bestuurders is een randvoorwaarde voor een goed functionerende lokale democratie." 

In zijn onderzoek naar lokale journalistiek heeft Dekker als thema voor onderzoeksjournalistiek gekozen, ook omdat de Kamer er naar vroeg. Omdat er zowel binnen de beroepsgroep als daarbuiten, geen eenduidige definitie is van onderzoeksjournalistiek, stelt Dekker voor om het eerst middels een ronde tafel over de definitie van onderzoeksjournalistiek te hebben. Daarna vindt Dekker het belangrijk om te kijken op welke manier er aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve inzichten een beeld geschetst kan worden van de staat van de onderzoeksjournalistiek in Nederland. “Ik denk hierbij aan kwantitatieve gegevens die inzicht bieden in de ontwikkeling van budgetten, de omvang van de (actieve) beroepsgroep en het aanbod.”

Dekker wil zo snel mogelijk starten met de te nemen stappen. In de Mediabegrotingsbrief 2018 zal Dekker de Kamer informeren over de vooruitgang die is geboekt. Hij verwacht dat de resultaten van de onderzoeken en de uitkomsten van de verschillende ronde tafels uiterlijk medio 2018 beschikbaar zullen zijn.



Breda
De Bredase politieke partijen D66, Volkspartij Breda en Trots hebben deze week een voorzet gegeven voor steun aan onafhankelijke journalistieke lokale media. Aanleiding is het steeds kleiner wordende lokale medialandschap.
Ook andere partijen zijn positief. De Bredase VVD toonde zich bereid om samen met de andere raadsfracties de mogelijkheden en noodzaak van een lokaal mediafonds te onderzoeken. De SP pleit voor een stimuleringsfonds op regionaal niveau om publiek private (media)bedrijven te steunen.

Secretaris Thomas Bruning van de NVJ – die insprak over dit onderwerp bij de commissie Maatschappij van de raad in Breda - is positief: ‘Het zou mooi zijn als Breda een voorloopstad is, met een innovatiemodel.’

De gemeente Noordoostpolder zet hun proef voort om zelf een journalist in te huren die raadsvergaderingen verslaat. Vorig Jaar werd met de proef begonnen, omdat lokale en regionale media steeds minder vaak journalisten kunnen of willen vrijmaken. De informatievoorziening aan de burger en controlerende functie van de pers komen daarmee in het gedrang.

De Vereniging voor Raadsleden dat de gemeente Noordoostpolder de waarde van een journalist ter plekke hoog inschat. “De andere collega’s van de vrije pers zitten comfortabel thuis achter hun computer, maar voor de geur van wilde beesten hadden ze hier moeten zijn”, aldus gemeentegriffier Robert Wassink.

Gemeente Noordoostpolder begon vorig jaar met een experiment om zelf een onafhankelijke journalist in te huren. Het was toen een proef van een jaar, die nu voortgang krijgt. Een soortgelijke proef bij gemeente Renswoude werd recent wegbezuinigd, aldus de Vereniging voor Raadsleden.

Leiden
De gemeente Leiden reserveert alvast 250.000 euro voor een stimuleringsfonds om de verschraling van lokale journalistiek tegen te gaan. Of het mediafonds er ook echt komt en hoe het er precies uit gaan zien, is een discussie die de gemeenteraad na de zomervakantie gaat voeren, meldt de universiteit Leiden

De gemeente had de leerstoelgroep Journalistiek en Nieuwe Media van de universiteit Leiden gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek. Conclusie van het rapport was dat er niet zozeer behoefte is aan meer nieuws, maar eerder aan betere en diepgravende onderzoeksartikelen. Er moet worden ingezet op kwaliteit.

Leiden
In opdracht van de gemeente Leiden heeft de leerstoelgroep Journalistiek en Nieuwe Media van de universiteit Leiden een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid van een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek. Binnen het Leidse medialandschap zijn diverse lokale nieuws-initiatieven, maar de kwantiteit overstijgt de journalistieke kwaliteit, stellen de onderzoekers.

Wethouder media en communicatie Robert Strijk zegt dat het Leidse college en de gemeenteraad zich zorgen maken over het voortbestaan van een pluriform lokaal medialandschap en hoe dat de werking van de lokale democratie beïnvloedt.

“We maken ons zorgen of de lokale media met het huidige verdienmodel deze taak de komende jaren vol kunnen blijven houden. Daarom heeft de gemeenteraad het college gevraagd onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden voor het opzetten van een stimuleringsfonds voor de lokale journalistiek”, aldus Strijk.

De lokale nieuwsplatforms hebben relatief veel aandacht voor politiek, met naar verhouding met vergelijkbare gemeenten veel eenvoudige nieuwsberichten en weinig verdieping.

Onderzoeksjournalistiek zou met een fonds specifiek moeten worden gestimuleerd: burgers dienen te beschikken over betrouwbare en onafhankelijke informatie, aldus de onderzoekers. Journalistiek dient meer doelen dan enkel de ‘democratische waakhondfunctie’, stellen ze: “Het zorgt voor het creëren van een gemeenschappelijke lokale identiteit en een gedeeld gemeenschapsgevoel.” Lokale journalistiek zou als ‘bijzondere economische waarde’ binnen een gemeente gezien moet worden.

Als er een fonds wordt ingesteld, moet het bestuur zich daar zo min mogelijk mee bemoeien. “Bestuur op afstand”, is een van de aanbevelingen, naast voldoende geld, een ruime looptijd voor projecten en transparante en ‘lichte’ procedures om een beroep op het fonds te kunnen doen.

Het rapport is aan de Leidse gemeenteraad gestuurd, samen met een brief waarin het college de raad een aantal concrete vragen voorlegt voor verdere uitwerking.